Bergwandelen rond de Simplonpas in Italië en Zwitserland
Zomer 2021
We hebben een schattig berghutje gehuurd in het noorden van de Italiaanse regio Piëmont. Over de Simplonspas weer iets noordelijk richting de Zwitserse grens. Het huisje ligt in het gehucht Gòglio, halverwege het nauwe en woeste dal vanuit Baceno naar Alpe Devero. Daar ontvouwt zich, op zo’n 1750 meter, een vredige en weidse vlakte, omringt en afgesloten door een steile ondoordringbare bergketen met toppen rond de 3000 meter. We verkennen het gebied met stevige bergtochten.
We gaan vanuit Alpe Devero naar het Lago Nero. Flinke klim van ongeveer 350 meter om het meertje te bereiken. Het ligt er schitterend bij en het is meer groen dan zwart. Terug lopen we langs de Rio di Buscagna, een rivier die vanwege de vele regen in de afgelopen periode fors en breed doorstroomt.
Zondag doen we iets heel anders. We gaan naar de Sacro Monte Calvario di Domodossola. Een heilige berg op. Vlak buiten het centrum van Domodossola start een steile kruisweg naar de top van de Monte Calvario. Langs de route staan 15 kapellen met de kruiswegstaties op ‘menselijke grootte’ uitgebeeld. Boven op de berg staat de bedevaartkerk van het Heilige Kruis.
Ook heel bijzonder is de toer die we maken langs de ‘Grego e Gli Orridi di Uriezzo’. We lopen vanachter de Chiesa Monumentale San Gaudenzio van Baceno naar drie plekken met grote rotskloven, in het Duits ‘schuchten’ of in het Engels ‘gorges’. De zuidelijke rotskloof – Orrido Sud – is de grootste en indrukwekkendste. Je daalt af via trappen en kunt er tientallen meters doorheen lopen. Geologische erfenissen uit ijstijden. Via Premia – lunch – lopen we terug naar Baceno.
In dit gebied verkennen we ook nog de route om het Lago di Devero, een ronde die we niet af kunnen maken, omdat de rivier die het meer voedt te breed en te wild is om over te steken en de brug er niet meer is. Ook rijden we het Val Formazza helemaal uit en maken een tocht om het Lago di Morasco.
We reizen naar Italië door Zwitserland en maken onderweg ook hier een paar tochten. Direct als je de autotrein tussen Kandersteg en Goppenstein uitrijdt, kun je het Lötschental in. Ingebed in een imposant bergdecor tussen de Walliser en de Berner Alpen. De weg door het nog grotendeels onbebouwde dal, met een paar oorspronkelijke dorpjes, eindigt bij Fafleralp (circa 1760 meter). Hier zetten we onze tent op. De volgende dag lopen we verder door het dal naar de Anenhütte (2358 meter). Hier heb je zicht op de machtige Lötschenlücke met de Hollandiahütte (3170 meter). Heen over de zuidelijke route, retour noordelijk. Heel mooi weer en dito tocht van een uur of vier.
We lopen van Visperterminen (1383 meter) naar Gspon (1893), waarbij we de hoogte vooral nemen met het kabelbaantje in het eerste dorp. We overnachten in het romantische pension Alpenblick om de volgende dag de Gsponer Höhenweg te lopen. Wat een uitzicht, noordelijk de Rhônevallei met Visp en zuidelijk tot ver in het Saasdal. De Höhenweg is ongeveer 15 kilometer lang, je stijgt 1000 meter en hij neemt ongeveer 5 uur in beslag. Halverwege fantastisch uitzicht op het enorme Saas-Fee-bekken en de omringende gletsjerwereld van de Mischabelgroep. Bij Kreuzboden, met zicht op de Weissmies (4023) dalen we af met de kabelbaan naar Saas-Grund.
Op de terugweg nog Zermatt aangedaan. Tentje opgezet in Täsch. Nadat we de, altijd weer indrukwekkende Matterhorn (4478) hebben aanschouwt lopen we naar Hotel du Trift. Hier hebben we fenomenaal uitzicht op de Monte Rosa, Dufourspitze (4634) en Liskamm (4533). Achter het hotel torent de Obergabelhorn (4063) majestueus boven de Rothornhütte (3198) uit. Wat een genot. We dalen af naar Zermatt voor een superduur biertje op het eerste terras waar we een plek kunnen vinden.
Retour naar Nederland nog twee nachten gekampeerd boven de Thunersee, lekker uitlopen, dit is een ook mooi, maar weer heel ander Zwitserland.