Voor de derde keer ben ik in de Dolomiti di Brenta om over de Via delle Bocchette del Brenta van berghut naar berghut te trekken. De Bocchette kenmerkt zich door adembenemende via ferrate. Routes, afgezekerd door stalen kabels, langs supersmalle bergkanten met peilloze diepten aan de dalzijde. Omhoog of omlaag op ijzeren ladders. Over scherpe graten. Maar ook over listige, kleine gletsjers, al dan niet bezaaid door puinsteen en enorme rotsblokken. Soms nog met sneeuw. Afdalen of stijgen door lastige dalen vol geröll. Voortdurend genieten van de kale, indrukwekkende, steile schoonheid van dit compacte berggebied.
We zijn met z’n drieën. Tineke, Herman en ik. We klimmen ruim twintig jaar samen. We waren hier eerder in 2004. De hutten zijn gerenoveerd of uitgebreid. Veel kabels en ladders zijn vernieuwd. De toch al kleine gletsjers fors afgesmolten. De afstanden over de Bocchette zijn hetzelfde gebleven. Wij doen er langer over. We worden ouder…
Vanuit het mondaine Madonna di Campiglio lopen we zondag door het lommerrijke bos naar de rifugio F.F. Tuckett e Q. Sella op 2.272 meter. Tientallen Italianen dalen af na een weekendje in de bergen.
De volgende dag door de rotsen langs de gletsjer omhoog naar de Bocca del Tuckett op 2.649 meter. Bocca betekent ‘col’ of ‘bergpas’. Hier pakken we het sentiero delle Bocchette Alte naar de rifugio Alimonte op 2.580 meter. We gaan onder de Cima Brenta door. Het is voortdurend op- en afklimmen.
Ik kan me nauwelijks voorstellen dat het karakteristieke gesteente van deze Brentaler Dolomieten, bestaat uit versteende koraalriffen uit het Trias, circa 250 miljoen jaar geleden. Deze riffen werden gevormd in de prehistorische tropische zee Tethys. Door de botsing van de Adriatische met de Euraziatische plaat werd het complete Alpengebied omhoog geschoven en werden de Dolomieten een gebergte. Hoewel de Brenta als ‘losse’ Dolomietengroep aan de westkant van de rivier de Adige ligt, vormt het geologisch gezien één geheel met de oostelijk gelegen Dolomieten.
Dinsdag doen we de het sentiero delle Bocchette Centrale. Over smalle banden langs angstaanjagende diepten. Dit is echt het mooiste gedeelte van de Bocchette. Steeds met zicht op de karakteristieke Campanile Basso, een bergtoren van 2.883 meter. Italianen noemen deze ook wel de ‘Guglia’, de torenspits.
Vanuit de rifugio Tommasso Pedrotti op 2.491 meter gaan we door naar de rifugio Silvio Agostini op 2.410 meter. We worden precies op de Forcoletta di Noghera, 2.413 meter, getrakteerd op een enorme onweersbui. De afdaling van deze col verandert in enkele minuten in een complete waterval. Helemaal doorweekt in soppende schoenen komen we aan.
Voordat alpinisten de Brenta ontdekken, zijn er natuurlijk lokale jagers die de bergen intrekken om steenbokken en gemzen te schieten. De alpinistische verkenning begint in 1864. De van oorsprong Ierse aristocraat John Ball, oprichter van de Britse Alpine Club, doorkruist de Brenta van oost naar west over de Bocca di Brenta. Douglas Freshfield en Francis Fox Tuckett – ja, de berghut en de bocca zijn naar hem vernoemd – en de berggids François Devouassoud uit Chamonix beklimmen in 1871 de top van de Cima Brenta. De hoogste berg in de Brenta met 3.150 meter.
De oversteek naar de rifugio dei Brentei doen we over het voor ons onbekende sentiero del Cege. Strak noord vanuit de hut omhoog. Over de vedretta d’Ambiez, de gletsjer in dat dal. Hier moeten de stijgijzers beslist uit de rugzak onder de bergschoenen. Het is maar voor 200 meter. Naar de bocca d’Ambiez loopt een via ferrata. Ook de afdaling naar de vedretta dei Camosci is afgezekerd met een klettersteig. Dan eindeloos dalen door op de gletsjer neergedaald steenpuin richting de Brentei. De officiële informatie geeft aan: 4 uur. Reken maar op 6.
De laatste dag terug over het sentiero Attrezzato SOSAT. Ik weet niet wat de afkorting precies betekent. Terug naar de Tuckett. Naar de kabelbaan op de passo del Grosté. Afdalen. Einde superweek!
Zie op de foto’s hieronder hoe ook in de Brenta de gletsjers afsmelten. Dat maakt het klimmen extra gevaarlijk doordat de restgletsjers steiler zijn.
© Foto’s Herman Hemels & Tineke Wind – Tekst Maarten Faas – 2022