Wat een heerlijke zomer! 2012 in de Silvretta en het Verwall. Twaalf toppen, zes nachten in de hut, vier klettersteigen en twee huttentrektochten. En, drie weken onveranderd stabiel weer in Voralberg in Oostenrijk.
We zetten onze tent op in St. Gallenkirch in het Montafondal.
Het is prachtig weer. We ontbijten in de zon. Ik stel voor om direct een klettersteig te gaan doen. We rijden naar Gargellen in het gelijknamige dal. Met de kabelbaan omhoog naar Schafberg Hüsli en dan over de Vaude Schmugglersteig. Deze klettersteig gaat naar de Gargellner Köpfe (2559 meter) en is prima te doen. Heerlijk in de zon op de top.
Naar de Saarbrücker hütte (2538) om de volgende ochtend de Klein Litzner (2783) te beklimmen. Mooie oude hut op twee uur van de Vermuntstausee. ’s Ochtends vroeg weg om langs de klettersteig naar de top te gaan. We weten dat het later op de ochtend gaat regenen, dus dan moeten we ten minste terug zijn in de hut. Maar het gaat makkelijk en snel. Steenbokken storend om 8:30 uur op de top. Als we later afdalen naar de Vermuntstausee begint het te regenen.
Het wordt tijd voor een korte huttentocht. We starten in Galtür en lopen door het Laraintal naar het Ritzenjoch (2687). Het weer wordt minder rond het middaguur en we dalen af naar de Heidelberger hütte (2264).
Vandaag doen we een van de mooiste tochten in de Silvretta. De overgang naar de Jamtal hütte. We lopen eerst het prachtige Fimbatal in en klimmen naar het Kronejoch (2980). Vanuit dat joch pakken we twee toppen. De Breite Krone (3079) en de Grenzeckkopf (3048). Vooral de laatste is een mooi uitstapje. Machtig uitzicht over het Jamtal.
Na een nacht in de Jamtal gaan we via de Getschnerscharte (2839) terug. Wat een steil pad! Wat een geröllmeuk. Vanuit de scharte beklimmen we (nog even) de Hintere Getschnerspitze (2961 meter) en dalen we af naar de Bielerhöhe (2032).
Een paar dagen wat rustiger aan. We bezoeken ‘Berge, eine unverständliche Leidenschaft’, een tentoonstelling in het Alpenverein-Museums in de Hofburg in Innsbruck. De moeite waard. Ook doen we twee kleine klettersteigen in het Gargellental: de Röbischlucht en de Rongg Wasserfall. Korte en eenvoudige klettersteigen, beide door een kloof met een kletterende beek naar de Alpe Rongg. Met de waardin drinken we een snaps.
Op huttentrektocht in het Verwallgebied. We hebben een wat afwijkende route uitgestippeld door deze stille en karakteristieke berggroep. Op de eerste dag gaan we ’s middags vanaf Zeinisjoch (1822) naar de Neue Heilbronner hütte (2320). De volgende dag over het Muttenjoch (2620) langs de Friedrichshafener weg. Halverwege kiezen we dan noordelijk de Georg Prasser weg. Een verstilde, mooie en pittige alpiene route. Op de Vertinespleiskopf (2706). Vanaf het Schafbichljoch (2636) dalen we bijna duizend meter af naar de bomvolle, maar gezellige Konstanzer hütte (1688).
Na het ontbijt retour naar het Schafbichljoch waar we de Prasser weg weer oppakken. Langs prachtige, nog deels bevroren meertjes en een heikel steil sneeuwveld (zigzaggen) naar de Durrschartl (2666). Zo mooi en zo stil. Dan afdalen naar de Friedrichshafener hütte (2138).
’s Ochtends (eerst langs lelijke, maar noodzakelijke beveiligingswerken tegen lawines) over de Grieskogl (2641) en Grieskopf (2754) en dan over de weinig begane graat klauteren en laveren naar de Fädnerspitze (2788). Vanaf hier afdalen naar het Zenisjoch.
We zouden elke week wel zo’n tocht willen maken.
We doen nog twee toppen. De markantste is de Hochmaderer (2823). De auto parkeren aan de Vermuntstausee (1743). Meer dan duizend meter omhoog. Eerst naar het Hochmadererejoch (2505) en dan door geröll en hier en daar klimmend naar de top. Met een heerlijk uitzicht over de toppen en gletsjers van de Silvretta.
Wauw, wat een zomer!