Dagboek Manaslu trekking 2010

      Reacties uitgeschakeld voor Dagboek Manaslu trekking 2010

Dagboek van de Manaslu trekking door Afien en Maarten Faas in het voorjaar van 2010. De Manaslu, met 8163 meter, is de op 7 na hoogste berg ter wereld en ligt in Nepal in de Himalaya. Wij liepen deze tocht in 18 dagen; 2 dagreizen naar het begin en vanaf het eindpunt, 11 dagen klimmen en 5 dagen dalen plus een rustdag. Dit is één van de mooiste Himalayatrekkings!

Even uitrusten op weg naar het hoogste kamp

Even uitrusten op weg naar het hoogste kamp

Dinsdag 20 april
Een trekking begint meestal met een reis naar het startpunt. In dit geval gaan we van Kathmandu naar het plaatsje Arughat Bazar. Je kunt de Manaslu trek op verschillende plaatsen starten; wij beginnen hier.
De reis met een local bus wordt een regelrechte “uitdaging”. De eerste paar uur over de “snelweg” gaan nog wel. De bus is afgeladen vol en bovendien beladen met heel veel bouwmateriaal.
Als we in Dading de weg afgaan, de zandpaden op, voor modder, kuilen en gevaarlijke bochten wordt het echt spannend. Na vier uur op dit soort wegen te zijn heen en weer geschud komen we aan in Arughat Bazar (620 meter). We gaan de burg over en slapen deze eerste nacht in een guesthouse, heel basic allemaal. Maar die busreis was de ergste uit onze reiscarrière.

Woensdag 21 april
Vandaag gaan we naar Liding, alhoewel we uiteindelijk kamperen in een dorpje vlak hiervoor. Hoe dan ook, we gaan vandaag omhoog langs de snelstromende Burhi Gandaki rivier. De komende dagen is deze rivier stroomopwaarts ons loopkompas. Het is een mooi dal: langs rijstveldjes en door een machtige kloof.
Wat ik me niet gerealiseerd had is dat deze eerste dagen heel warm zijn. Al snel hebben we een brandende zon in onze nek.
Na een uur of acht komen we aan op de kampeerplek bij een theehuis vol met jonge Nepalse vrouwen. Onze porters zijn er niet weg te slaan.

Donderdag 22 arpil
Vandaag weer een hele stevig tippel in de hitte. We gaan naar Khorlabesi (970 meter). We sjouwen op en af. “Nepali flat” noemen ze dat hier, meer klimmen en dan weer dalen en al met al de dag door niet veel hoger komen.
We passeren veel kleine dorpjes. Hier en daar een theehuis, met meestal een grote emmer met frisdrank en bier. Ook vandaag weer lang gelopen.
Op de camping gaan we naar een zijrivier en nemen een koud bad. Even alle vuil en zweet van twee dagen afspoelen. Dertig meter hoger is een hangbrug, waarop steeds meer kinderen zich verzamelen om onze blote billen te aanschouwen…

Vrijdag 23 april
We gaan richting Jagat (1370 meter). Hier is niet alleen het kantoor gevestigd van de Manaslu National Conversation Trust, waar we entree in het Nationale park moeten registreren, maar het is ook een aardig dorpje met elektriciteit en telefoon. Vandaag lopen we weliswaar nog een fors aantal uren, maar gelukkig steken we vanuit Khorlabesi de rivier over en lopen we lang in de schaduw van de oostkant van het dal.
Na een uur komen we in Tatopani, waar warmwaterbronnen zijn. Uit een paar kleine kraantjes komt een pittig stroompje heet water. Het bad bij deze bron is jammer genoeg niet gevuld. We hadden stilletjes gehoopt op ons laatste warme bad.
We zien vandaag net als de andere dagen overigens, heel veel karavanen met zwaar bepakte ezels die het dal verderop bevoorraden. Soms komen ze ook terug, maar dan zonder bepakking. Sommige stukken van de route ruiken dan ook onmiskenbaar naar deze ezels.
We passeren vandaag ook voor het eerst de grote hangbruggen die de verschillende zijden van het dal verbinden.
Onze kok koopt en kip en slacht deze ter plaatse en bereidt ons een heerlijk diner.

Afien op weg naar de Larkya La in de sneeuw en het donker

Afien op weg naar de Larkya La in de sneeuw en het donker

Zaterdag 24 april
Vandaag hebben we een korte dag. We gaan naar Philim (1590 meter). Een mooi dorpje op maar drie uur lopen van Jagat. Voor het middaguur slaan we onze tent midden in het dorpje op. We lunchen, laten ons vuile goed door twee dragers wassen. Ik schrijf het eerste gedeelte van dit verslag. Bekijk de foto’s. Het is een relaxte middag. Even op adem komen voordat we definitief het hogere gebergte intrekken. Vandaag zagen we voor het eerst ook de besneeuwde toppen van Shringi Himal (7187 meter).
We zijn ondertussen op weg in een kleine optocht van 11 man. Onze gids Keshab, onze kok Krishna, zeven dragers en wij tweeën dus. We hebben veel plezier samen. Maar ja wat moet je anders als je nog vijftien dagen met elkaar in een tent moet slapen…

Zondag 25 april
We gaan vandaag nog verder naar het noorden door het dal tot het dorpje Deng. De boeddhistische invloeden worden aanmerkelijk zichtbaarder. De meeste dorpjes hebben een chorten van op elkaar gestapelde stenen, een kenmerk van Boeddhisme. Ook zien we veel de mani-muren met soms mooi gegraveerde afbeeldingen. De mensen zien er Tibetaans uit. En hoe vuiler, hoe mooier lijkt het devies. Het dal wordt nauwer en ruiger. De rotswanden worden hoger en we klimmen tot hoog boven de rivier.
In Deng (1860 meter) wordt onder alle deelnemers Nepalese roepies ingezameld om twee kippen te kopen. Deze worden vervolgens ter plekke direct geslacht en geplukt. We hebben heerlijk gegeten.

Maandag 26 april
Vandaag wijzigt onze koers. Liepen we tot nu toe noordelijk, na Deng neemt de route een westelijke richting.
In het tweede deel van de dag wordt het een lange klim, hier en daar steil, door het bamboe- en rododendronbos naar het eindpunt voor vandaag Namru (2650 meter). Een heel aardig dorpje met een boeddhistisch kloostertje, een checkpost en een winkeltje.
Het programma is elke dag ongeveer hetzelfde. We worden ongeveer tussen 5.30 en 6.00 uur wakker. Om 6 uur wordt de ochtendthee bij onze tent gebracht. Om 6.15 uur volgt warm water waarmee we ons kunnen wassen. Om 6.30 uur is er dan ontbijt. Ondertussen hebben wij ons aangekleed en de tent leeggeruimd. Meestal vertrekken we om ongeveer 7.15 uur. We lopen dat tot maximaal 16.00 uur afhankelijk van de dagroute. We stoppen heel regelmatig om wat te drinken en even uit te rusten. Meestal stoppen we om tussen 11 uur en 11.30 uur voor de lunch. Er wordt dan uitgebreid voor ons gekookt. Na ongeveer 2 uur vertrekken we voor de middagetappe. Er zijn ook een aantal dagen waarop we alleen ’s ochtends lopen en ’s middags in ons kamp lunchen. Onze tent wordt keurig opgezet en we krijgen een potje thee na aankomst in het kamp. Rond 18.30 uur dineren we uitgebreid buiten of in de dining-tent of in een ruimte bij het kamp. Meestal gaan we rond 20.30 uur weer de tent en de slaapzak in. Vandaag zijn we qua hoogte halverwege, namelijk op 2550 meter.

Dinsdag 27 april
We gaan nu langzaam maar zeker hoogte maken. Vanochtend was het al gelijk fris bij het opstaan. Vandaag gaan we naar Lho (3250 meter), een korte etappe, gevolgd door nog twee korte etappes met een rustdag, voordat we de Larkya La gaan oversteken.
Bijzonder aan deze dag is dat we voor het eerst de Manaslu zien. Wat een reus. We staan op 3000 meter en de top strekt zich meer dan 5000 meter boven ons uit. In de hele omgeving zien we nu mooie gletsjers en besneeuwde bergtoppen. Het is echt een prachtige dag waarop we ook nog een aantal Tibetaanse dorpjes passeren. Wapperende gebedsvlaggen, witbeschilderde huizen, mani-muren, stupa’s en stenen met daarin de tekst “om mani padme hum”. We kamperen aan de voet van de Manaslu in het dorpje Lho. Midden in het dorp een prachtige nieuwe stupa en boven het dorp en spieksplinter nieuwe klooster met een kloosterschool. Wij er uiteraard naar toe. LSG-pennen en ballonnen overhandigd en de ook nieuwe tempel bekeken.

Woensdag 28 april
Het weer heeft de afgelopen dagen steeds hetzelfde patroon. ’s Ochtends is het glas helder en schijnt de zon. We gaan lopen en rond 9 uur verschijnen de eerste wolken. We lopen nu telkens korte etappes om goed te acclimatiseren. Tussen 11 en 12 uur arriveren we in het volgende kamp en is het tamelijk bewolkt. Halverwege de middag is het dicht getrokken en begint het tegen de avond wat te regenen. Gelukkig trekt vervolgens de lucht weer open.
We spreken twee sherpa’s van een Koreaanse expeditie. Met zes Koreanen hebben ze de top van de Manaslu gehaald, maar in de afdaling zijn er twee verdwenen, waarschijnlijk in een white-out door een lawine van de berg af geveegd. We hadden al veel helikopterbewegingen gezien rond de berg.
Vandaag naar het dorpje Samagon op 3390 meter. Dit dorp ligt aan de voet van het pad naar het basiskamp van de Manaslu. We bezoeken een, geloof het of niet, vandaag in gebruik genomen basisschool. De directeur is zo trots als een pauw. De nog levende Japanse leden van de succesvolle klimexpeditie naar de top in 1956, hebben een fonds opgericht om deze school te steunen. Vandaar dat er een heel nieuw schoolcomplex is gebouwd. Er zitten 63 kinderen op deze school, waarvan er 45 op de school verblijven gedurende de schoolperiodes. De overige kinderen komen uit de buurt. Uniek: de schoolbel is een oude zuurstoffles van een Manaslu-expeditie. Met een hamertje er op slaan en je krijgt een prachtig geluid.
Boven Samagaon ligt opnieuw een prachtig oud klooster. Als we er aankomen is er net een ceremonie gaande. Kijk daar klim je nu voor naar zo’n klooster. Tibetaanse vluchtelingen brengen voedsel binnen wat wordt gezegend. Schoenen uit een naar binnen de tempel in. Er worden volop mantra’s gereciteerd onder begeleiding van trommelslagen, bellen, schellen en blaasinstrumenten qua lengte variërend van een klarinet tot toeters van wel 2 meter lang. Het is heel intiem en sfeervol. We kijken wederom onze ogen uit. Veel vriendelijke oude monniken. Na afloop ontvangen de Tibetanen thee en een meelgerecht.

Donderdag 29 april
De rustdag die gepland stond voor vandaag hebben we een dag verschoven. Vandaag gaan we eerst nog een etappe hoger naar Samdo. Dit is een dorp op 3850 meter, nog geschikter om een dagje te rusten en te wennen aan de hoogte.
Het dorp ligt op een kruispunt van vier dalen. Het dal van de Burhi Gandaki rivier in het zuiden, waar wij vandaan komen. Dan twee dalen richting het noorden en noordoosten met oude handelsroutes richting Tibet. Het vierde dal is richting het westen naar de Larkya La waarover onze route loopt.
In het dorp wordt heel hard gewerkt om de aardappels te poten. De grond wordt geploegd met een span yaks voor de eg en moeders loopt er achteraan om aardappels in de grond te stoppen. Er is geen aandacht voor ons toeristen.

Kamp in Bimthang

Kamp in Bimthang

Vrijdag 30 april
Vanmorgen uitgeslapen tot dat de zon om 6.50 uur op onze tent scheen. Heerlijk rustig aan gedaan en de boel een beetje opgeruimd. Na het ontbijt een kleine anderhalf uur gewandeld richting de Tibetaanse grens. We beginnen overigens al wel een beetje te begrijpen waarom de Tibetanen zo vuil zijn. We worden het langzaam maar zeker zelf ook. De wind, het stof, er is gewoon niet tegen op te wassen. Het vuil zit in de plooien van onze huid en in onze oren. Ik zal niet verder in details treden…
Tussen 11 en 12 uur Koninginnedag gevierd met onze crew. We hebben een spelletjes circuit uitgezet, met thee brengen (bekers tot de rand toe gevuld moeten zo snel mogelijk worden overgebracht), bagage verplaatsen (een mand vol stenen zo snel mogelijk over het parcours), een intelligentie onderdeel (een paar vragen ‘hoe heet onze Koningin?’ of ‘hoe hoog is de Larkya pas?’) en ten slotte zaklopen in onze plunjebaal. De winnaar ontvangt een setje Delfts blauwe klompjes en verder krijgt iedereen een pen en dropjes. We hebben heel veel lol gehad met elkaar. Leve de Koningin! Hier hebben ze de Koning het paleis uit gestuurd. Niet helemaal onbegrijpelijk, want de voormalige Nepalese koning was de neef van de echte Koning van Nepal. Maar deze werd vermoord door zijn oudste zoon, waarbij ook moeder en de andere broers en zusters werden gedood. De neef was een dronkaard die regelmatig beschonken auto-ongelukken veroorzaakte. Zo gek hebben wij het nog niet meegemaakt.

Zaterdag 1 mei
Een kort dagje wat het lopen betreft. We gaan naar het hoogste kamp, Larkya Phedi ook wel aangeduid als Dharamsala (4450 meter). Wat een bende is het in dit kamp. Er is een soort hut, maar het is er te vies om op de grond te zitten. Ik ruim her en der wat op, maar er is geen beginnen aan. Het mooie weer van de ochtend, met prachtige uitzichten op de Manaslu, slaat in de middag weer om, hagel en sneeuw. We gaan heel vroeg naar bed. Het is slecht weer, maar gelukkig niet al te koud.

Zondag 2 mei
Om 3.15 uur worden we gewekt met onze ochtend thee. Jawel hoor, alle ochtenden was het stalend mooi weer, maar deze ochtend, uitgerekend de dag dat we de hoogste pas over moeten, zit alles dicht en sneeuwt het!! Daar gaan we dan. 4.45 uur. Het is nog donker het eerste uur. Met de lampjes op het hoofd. Later wordt het licht. Mooi geen zicht op de prachtige toppen die de gidsjes voorspellen. De stille bergmeertjes liggen er bevroren en besneeuwd bij. Stap voor stap gaan we omhoog. Buiten adem zo nu en dan. Afien heeft het op het laatst een beetje moeilijk, maar na drieënhalf uur zijn we eindelijk op de col. Volgens mijn hoogtemeter 5145 meter en met een luchtdruk van 548 millibar. Bijna de helft vergeleken met zeeniveau. Vandaar dat happen naar zuurstof.
We maken snel de verplichte foto’s en beginnen met de afdaling. Gelukkig staan er over het hele pas grote palen die de route markeren. Maar het is één grote ellende om in de sneeuw hier af te dalen over de lange morenerug. Na ongeveer twee uur komen we uit de sneeuw op ongeveer 4500 meter. Onze crew zit op ons te wachten en we lunchen gezamenlijk. Hierna volgt nog een afdaling van twee uur naar Bimthang, een plaatsje van niks op 3700 meter. Maar wat een plaatje zo midden in een breed groen dal, waar onze tent al op ons te wachten staat. Om 13 uur zijn we benenden.
’s Avonds de portemonnee getrokken voor maar liefst 8 flessen local bier. Gezellig gedronken en gezongen. Ook voor onze porters en gids is het een opluchting dat we over de “grote” pas gekomen zijn.

Maandag 3 mei
Net als gisteren weer een lange afdaling. Opnieuw lopen we totaal zo’n 1500 meter naar beneden. De uitzichten zijn wederom schitterend. We lopen over moreneruggen, soms door de rivierbedding en door bossen. We zien voor het laatst de Manaslu. Ook zien we schitterende rododendonrons in volle bloei en in diverse kleuren. Later op de dag zien we de eerste huisjes weer. Retour in de ‘bewoonde’ wereld. We kamperen in Tilje (2300 meter).

Dinsdag 4 mei
Door een machtige kloof volgen we de eerst de Dudh Khola rivier en later de Marsyangdi Khola rivier. Aan beide kanten van de rivier lopen we langs steile rotswanden. Vandaag komt ons pad samen met dat van de veel bekendere Annapurnaroute. Wat een verschil met de Manasluroute. Zijn wij de afgelopen 14 dagen slechts 5 groepjes trekkers tegengekomen op de route, nadat we de Annapurna-afdaling zijn begonnen komen we binnen het uur maar liefst 11 groepen tegen. Bovendien is het een rommeltje in dit dal. Vanaf Dharapani wordt een autoweg aangelegd. Overal wordt gewerkt met bulldozers en drillboren en dynamiet. Tientallen mannetjes gooien stenen de rivier in. Ik zou ook wel graag een autobus in mijn dorpje willen hebben en niet bevoorraad willen worden door pakezels. Maar goed, voor ons is het een beetje een afknapper, na die rust en prachtige natuur van de afgelopen dagen. We zouden in Tal slapen, maar lopen verder naar Chyamje (1430 meter), waar geen camping is (hiep hoi, we gaan in een guesthouse slapen op een gewoon bed, met de douche, koud weliswaar, maar de eerste na 14 dagen!!!! Yes).

Woensdag 5 mei
Deze op één na laatste dag van onze trekking lopen we ontspannen uit. We dalen overwegend af, dus het is niet al te zwaar meer. We genieten van mooie vergezichten en volgen de bruisende Marsyangdi rivier stroomafwaarts. Het is hier weer groen. Overal wordt maïs of rijst verbouwd. Het is weer drukkend warm. We passeren vrouwen met enorme lasten van groene takken en gras. Voedsel voor de koeien naast huis. Vandaag lopen we over trekkingpaden en hebben geen last van de bouw van nieuwe wegen voor auto’s en bussen. Onverwacht is er een steile klim naar Bahundanda, een dorpje dat boven op een heuvel ligt met mooi uitzicht.

Donderdag 6 mei
Vandaag lopen we naar Besisahar (823 meter) en nemen onze intrek in een basic hotel. Besisahar is een vrij groot dorp, langgerekt langs het einde van de asfaltweg.
Er is veel gedoe in Nepal. De maoïstische partij heeft een nationale staking uitgeroepen en het openbare leven licht helemaal plat. Gevolg er rijden geen bussen en er zijn wegblokkades. Dit speelt allemaal al sinds 1 mei. Onze gids is helemaal gestresst, want hoe krijgt hij ons in Kathmandu. Het schijnt dat er vanavond een busje komt, om ons morgen in alle vroegte naar de hoofdstad te rijden. We zullen zien.
Vanavond feest met de crew, met fooien en rakshi. Onze trekking is op een busreis na afgelopen.

Vrijdag 7 mei
In Nepal is totaal de chaos is uitgebroken. De politieke situatie loopt uit de hand. De Maoïsten hebben 45% van de stemmen, maar zitten niet meer in de regering en dat levert spanningen op. Er is een totale staking uitgebroken. Alles, werkelijk alles is dicht en gesloten. Er rijdt geen bus, geen taxi, zelfs geen riksja meer. Alle winkels, kantoren en banken zijn gesloten. Er zijn hele grote demonstraties vooral van de kant van de Maoïsten. Alle toeristen zitten vast. We zagen in Besisahar gisteren een (weliswaar kleine) demonstratie. Toch liep deze uit op gevechten met de politie. Een paar Koreaanse Manaslu trekkers werden vandaag zelfs met een helikopter opgehaald.
Wij zijn vandaag op wonderbaarlijke wijze opgehaald door onze agent – Rammani Prasad Sapkotat – hier ter plaatse. Het kostte heel veel moeite om langs de politiecheckpoints te komen en langs blokkades van demonstranten. Eén keer werd het agressief tegen onze chauffeur en agent, maar gelukkig kon dit opgelost worden. Als enigen reden we over de snelweg met voortdurend blokkades op de weg. Het was spannend, maar nu zitten we in ons chique hotel in een rustig gedeelte van Kathmandu. Met dank aan Boeddha dit keer…

Tibetaanse boeren ploegen voort, hier geen stakingen

Tibetaanse boeren ploegen voort, hier geen stakingen