
Balmat wijst De Saussure de weg naar de top van de Mont Blanc – standbeeld in Chamonix
Het verhaal is dat Horace-Bénédict de Saussure, geboren in 1740, al op tweeëntwintigjarige leeftijd werd benoemd tot hoogleraar aan de Academie de Genève. Hij deed onderzoek op het gebied van botanie, meteorologie, geologie, scheikunde en natuurkunde en bracht de natuur van de Alpen in kaart.
’s Avonds wandelde de professor met studenten langs het Meer van Genève, of zoals de Franse zeggen Lac Léman. Ver weg achter de glooiende bergen van de Savoie torent de witte top van de Mont Blanc boven alles uit. “Daar moeten we op komen”, roept De Saussure zijn studenten toe. In 1760 berekende hij dat de Mont Blanc de hoogste top in de Alpen was. Bovendien loofde hij een beloning uit van twintig Louis d’or (grote gouden munten) voor degene die deze top als eerste zou bereiken.
In 1785 deed hij zelf een mislukte poging de top van de Mont Blanc te halen. Dan, op 8 augustus 1786 weet de gelegenheidscombinatie van de boer, jager en kristalzoeker Jacques Balmat en de dorpsdokter Michel Paccard uit Chamonix de route naar de top te ontsluiten. De Saussure zou een jaar later onder leiding van Balmat zelf de top beklimmen.

Zicht op de Mont Blanc vanaf Col des Posettes (1997 meter)
Het idee dat je vanuit Genève de top van de Mont Blanc zou kunnen zien, inspireerde ons een serie tochten te maken in Les Alps du Léman waar je én de Mont Blanc kunt zien, én het Meer van Genève.
Onze eerste tocht gaat naar de Mont Forchat, eigenlijk een must-do als je in de buurt verblijft. Wij parkeren de auto op Col des Arces (1163 meter). We klimmen over de beboste, steile noordelijke helling van de berg naar het topplateau. De top van Mont Forchat op 1539 meter geeft een 360° uitzicht over het Meer van Genève tot de Mont Blanc. Een geweldig panorama.
Hieronder een panoramaview van het Meer van Genève en de Mont Blanc vanaf de Mont Forchat
Op de top staat een groot standbeeld van de heilige François de Sales. Het werd opgericht in 1898 door de inwoners van Lullin ter nagedachtenis aan het feit dat hun voorouders, die aanvankelijk meegingen met de Reformatie, toch weer door De Sales terugkeerden in de katholieke kerk.
We dalen via de paden aan de westkant van de Forchat, langs het dorpje Doucy weer af.

Standbeeld van de heilige François de Sales op de top van de Mont Forchat
Wij verblijven in een pittoresk appartementje tussen Vailly en Lullin. Van hieruit lopen we vandaag naar de chapelle Notre-Dame d’Hermone op de Mont d’Hermone (1326 meter). Eerst door de bossen zuidelijk van de berg, langs La Grise, Le Mollard en Le Feu, lekker koel uit de zon.
Deze kapel werd in de vroege 16e eeuw gebouwd door de parochianen van Lullin. De kapel overleefde de Reformatie, de Franse revolutie en blikseminslagen en is een waar bedevaartsoord. Je hebt er een machtig mooi uitzicht over het hele Meer van Genève.

Chapelle Notre-Dame d’Hermone op de Mont d’Hermone (1326 meter)
Op zaterdag rijden we naar het gehucht Le Sciard. Je kunt merken dat het weekend is, veel mensen hebben hier geparkeerd om een wandeling te maken. We lopen eerst door het bos naar Nifflon d’en Bas en vervolgens naar Nifflon d’en Haute. Op een bloemrijke alpenweide staan een paar kleine huisjes en schuurtjes en een berghutje van de Club Alpin français. Ook hier een kleine kapel, de chapelle Notre-Dame-des-Neiges de Nifflon. Het is eigenlijk een schuilkerk uit de periode van de Franse revolutie. In de winter verdwijnt de kapel helemaal onder de sneeuw, vandaar de naam.

Afien loopt naar de chapelle Notre-Dame-des-Neiges de Nifflon
Wij gaan door naar Pointe d’Ireuse (1890 meter). Opnieuw zo’n fenomenaal panorama over het Meer van Genève en het Mont Blanc massief. We dalen af over de noordelijke zijde van de berg en gaan via La Buchille terug naar de startplek.
Hieronder een panoramaview van het Meer van Genève en de Mont Blanc vanaf Pointe d’Ireuse
Na nog twee mooie tochten rond het Lac de Vallon en bij Bellevaux, verkassen we naar Vallorcine, een dorp in het noorden van de vallei van Chamonix, vlak bij de Zwitserse grens. Bij Chamonix is het extreem druk. De parkeerplaatsen zijn bomvol en overal, tot ver na La Flégère staan auto’s in de bermen geparkeerd. In Vallorcine is het een stuk rustiger.

Refuge du Col de Balme (2191 meter)
We maken hier een paar interessante tochten. Opnieuw met bijzondere uitzichten op de Mont Blanc.
De mooiste is die naar Col de Balme. Wij gaan omhoog met de telecabine vanuit Vallorcine. Na tien minuten lopen kom je dan op de Col des Posettes (1997 meter). Daar heb je direct een zinderend uitzicht over de hele zuidkant van de Mont Blanc en de Grandes Jorasses. Adembenemend kijkgenot. Dan lopen we door naar de refuge du Col de Balme (2191 meter). Eén van de allermooiste plekken van de Alpen. Daar kun je ook ‘terugkijken’ het dal van het Zwitserse Martigny in, met verderop het Rhônedal. We ‘dalen af’ door eerst nog te stijgen naar col de l’Arolette (2280 meter), dan via Catogne en Le Béchat retour.
Hieronder een panoramaview vanaf Col des Posettes (1997 meter)

Afien steekt een sneeuwveld over op weg naar l’Arolette
De laatste dag van ons verblijf in de Franse Alpen klimmen we opnieuw naar zo’n bijzonder uitzichtspunt, namelijk Mont de l’Arpille (2085 meter). Wij rijden Zwitserland in de parkeren op de Col de la Forclaz (1527 meter). Het is zondag en hartstikke druk op de col met motorrijders, wielrenners en auto’s die een parkeerplek zoeken. Achter het Hôtel du Col de la Forclaz klimmen we omhoog langs het steile, westelijke pad omhoog. Het is gelijk weer rustig, alsof we hier alleen zijn. Het laatste stuk gaat over een groene alpenweide met fantastisch uitzicht op de Trient-gletsjer en omliggende bergen.
Op de Mont de l’Arpille ontvouwt zich wederom een fascinerend panorama van Les Diablerets, tot het Rhônedal, de route naar de col du Grand-Saint-Bernard, de Grand Combin en het hele Mont Blanc massief. Geweldig!
Hieronder een panoramaview vanaf Mont de l’Arpille (2085 meter)

Afien op Mont de l’Arpille (2085 meter)