Zomer 2013. Met Jori Baars en Hugo Later ga ik naar de Oetztaler Alpen in Oostenrijk. Een weekje klimmen. We rijden naar Vent. Overnachten in Haus Eberhard. Herr Eberhard heeft het berggidsen verruild voor de verhuur van kamers en het drinken van bier. Maar wel een prima basic onderkomen voor een nacht voorafgaand aan een tocht.
De Oetztaler Alpen vormen de machtigste berggroep van de Oostalpen. Met een uitgestrekte, bijna aaneengesloten gletsjerzee. De hoogste top van dit gebied (en van Tirol en de op één na de hoogste van Oostenrijk) is de Wildspitze (3772 meter). Op één van de groen begroeide uitlopers van deze bergketen staat de oude Breslauer hütte. Het ideale vertrekpunt voor een beklimming van de Wildspitze.
Vijf uur op en half zes vertrekken. Het is zondag en dus heel druk met topkandidaten. Direct noordwestelijk lopen we over het blokkenterrein van het Mitterkar. Verderop liggen de eerste sneeuwvelden en de Mitterkargletsjer. We klimmen door een scherpe insnijding naar het Mitterkarjoch. De geul ligt nog vol sneeuw wat stijgen makkelijker maakt. Nu over de Taschachfergletsjer naar de zuidgraat. Zo ver mogelijk over de sneeuw omhoog en het laatste gedeelte klauteren over rots, met veel losse meuk, naar de zuidtop. Hier staat het topkruis.
Hugo en Jori willen niet over dezelfde route terug, maar een overschrijding maken naar de noordtop. Dat kan, maar dan moeten we over de 300 meter lange scherpe sneeuwkam. Ik voel daar eigenlijk in eerste instantie niets voor, maar de ‘heren’ dringen aan. OK, we gaan er voor. Niet aan het touw zoals de gidsen hun klanten meenemen. Zekeren is hier niet effectief mogelijk. Ieder voor zich. De mannen hebben geen problemen met de steile graat en traverseren deze makkelijk. Mooi nu dus ook op de noordtop. Dit is heerlijke bergsport.
We dalen af via de noordwestgraat en gaan terug naar de Breslauer over de Rofenkargletsjer. We overschrijden de berg dus niet alleen, maar omronden deze onderlangs via de noordzijde ook nog. Halverwege de middag is de sneeuw zacht en zakken we zo nu en dan diep weg. Het maakt dalen toch weer zwaar.
Een dag eerder gingen we via de Wildes Mannle (3019 meter) naar de Breslauer. Een pretbergje, maar wel met mooi uitzicht op de Wildspitze. We namen niet de normaalweg, maar de westzijde met een aardig klimmetje langs een afgezekerde passage. De kam naar het topkruis lag nog onder de sneeuw.
Na de Wildspitze maken we de oversteek naar de Vernagthütte. ’s Middags gelijk ook door de Hintergrasleck (3019 meter) op. Langs een spoor door puinvelden omhoog en het laatste stukje klauteren.
Vanuit de Vernagthütte doen we de Fluchtkogel (3500 meter). Dit is een typische gletsjertoer met gewoon veel en lang sneeuwstampen. Gelukkig is ’s ochtends de sneeuw nog behoorlijk hard en te doen. Wel buffelen omhoog. Er ligt nog zoveel sneeuw dat het topkruis van de ‘kogel’ er bijna helemaal onder ligt. Vanuit het Obere Guslärjoch klimmen we ook nog even op de uitlopers van de Guslärkam.
Alweer de laatste dag maken we een overschrijding van de Guslärspitzen, alle drie ergens rond de 3125 meter. We komen op de kam tussen de Mittlere en de Hintere over een steil sneeuwveld en gaan vervolgens eerst naar Hintere. Deze ligt nog helemaal ingepakt in de sneeuw. Dan naar de Mittlere waar een mooi topkruis staat. De Vordere is een top waarvoor je over een blokkentoren moet klauteren. Niet moeilijk, wel ‘lohnend’ zoals de Oostenrijkers zeggen. Afdalen naar het Hochjoch Hospiz en vandaar retour naar Eberhard in Vent. Ook wij aan het bier.