De Grossvenediger en het ‘alpinisme aan zee’-complex

      Reacties uitgeschakeld voor De Grossvenediger en het ‘alpinisme aan zee’-complex

Met Tineke Wind en Herman Hemels maak ik in augustus 2014 een hoogtetoer in de Venediger. Onze plannen voor bergtoeren in de zomer, maken we vaak in de winter in Nederland. Eenmaal in de Alpen pakt het veelal heel anders uit. Het ‘alpinisme aan zee’-complex.

Zicht op de Grossvenediger (l) & de Grosser Geiger

Zicht op de Grossvenediger (l) & de Grosser Geiger

Ik stap gasthof Islitzer in Hinterbichl binnen. Het is vandaag én Maria Hemelvaart én slecht weer. Het restaurant zit propvol. In de hal is zelfs een soort wachtrij van groepjes verregende mensen die een tafel willen. Chef Bernhard Berger loodst mij naar een klein tafeltje. Weinigen zullen weten dat Bernhard prominent lid is van de bergrettung Prägraten am Großvenediger en bij veel acties is ingezet.
‘Mag ik de krant lezen?’
Berger haalt de Tiroler Tageszeitung uit de keuken. Het nieuws is kommer en kwel. Berghutten en zwembaden lijden grote verliezen door het aanhoudende slechte weer. Een bedrijventerrein in Wörgl is helemaal onder water gelopen. Alle nieuwe auto’s van de VW-dealer staan half onder water. Zeventien bergwandelaars op de Berliner höhenweg moeten één voor één door een helikopter worden overgezet naar de Greizer hütte. De route is geblokkeerd door een volstrekt overstroomde beek. Ook de nationale discussie: bergwandelen is gevaarlijk. Een vrouw (met hond!) is doodgetrapt door koeien tijdens het wandelen in de Stubaier Alpen. ‘Wanderin von Kuhherde totgetrampelt’. Herman stuurt een SMS: stau bij Neurenberg. Hij schat in om 20:00 uur met Tineke in Hinterbichl te zijn. Het is ook druk op de autobahn. Ik ga lekker een paar uurtjes bijslapen. Morgen gaan we de Venediger in.

Over de eerste beklimming van de Grossvenediger (3674 meter) heb ik me altijd verwonderd. Zijn net iets grotere buurman, de Grossglockner, werd al in 1800 tot op de top met succes beklommen. Terwijl de normaalweg naar die top toch echt een paar slagen moeilijker is dan die van de Venediger. Daar loop je simpel over de gletsjer naar toe, sneeuwstampen, eng graatje en je bent er. Toch wordt de top pas in 1841 bereikt.
Als je de Grossvenediger benadert vanuit het Obersulzbach dal bij Neukirchen ziet de berg er ongenaakbaar uit. Imponerend en met grote allure. Het immense gletsjerplateau aan zuidzijde van de top was in het begin van de 19e eeuw bepaald onbekend en vanwege de uitgestrektheid en grote gletsjerbreuken ook lastig te ontsluiten. De top maakt indruk, het uitzicht moet geweldig zijn, zelfs Venetië moet te zien zijn. Aan die veronderstelling ontleent de berg haar naam: Venediger.

Maurerkees toegang tot het Maurertörl

Maurerkees toegang tot het Maurertörl

De psychologie bij ons gaat ongeveer zo. We naderen de materialseilbahn van de Essener und Rostocker hütte.
Ik zeg: ‘mooi, hier kunnen we onze rugzakken inladen en naar de hut laten transporteren.
Tineke: ‘nou, dat is niet nodig hoor, inlopen met de rugzak op is juist goed.
Dan hangt alles van Herman af, gaat hij met Tineke of met mij mee. Het is net als met de postcodeloterij, jouw straat wint nooit de grote prijs. Daar gaan we weer. Met de rugzak op langs de materialseilbahn. Herman gaat Tineke niet tegen spreken. Ik vind het dan weer kinderachtig om als enige mijn rugzak wel, afijn, u begrijpt het….

Maarten bindt in aan de voet van de Maurerkees

Maarten bindt in aan de voet van de Maurerkees

In 1911 bouwde de sektion Rostock, van de toenmalige Deutsche und Österreichische Alpenverein, een hut op de huidige plek van de Essener und Rostocker hütte. Fenomenaal zicht op de Simony spitzes.
De sektion Essen bouwde in 1903 in het zuiden van de Ötztaler alpen een hut. Maar raakte deze kwijt na de Eerste wereldoorlog toen Zuid-Tirol Italië toeviel, bovendien brandde deze later af. In 1929 bouwde de sectie een nieuwe hut onder de Umbalgletsjer in het Venediger gebied. In 1936 werd de hut verwoest door een lawine. Na de herbouw werd de hut in 1958 opnieuw door een lawine verwoest. Men besloot toen een grote aanbouw te plaatsen naast de oude, verweesde Rostocker hut. Duitsland was na de Tweede wereldoorlog verscheurd in Oost en West. De sectie Rostock kon vanuit Oost-Duitsland haar hut niet meer bezoeken laat staan beheren. De Essener und Rostocker hütte was een feit. De Europese geschiedenis weerspiegelt in de historie van deze hut.
We arriveren er rond het middaguur. Met de rugzak op. Tweeëntwintig jaar geleden was ik hier voor het laatst. In mijn herinnering was de hut veel groter. Onveranderd echter is het fenomenale uitzicht. De zon schittert op veel gisteren gevallen sneeuw.

'..er komt een groep met een gids jullie tegemoet vanuit de Warnsdorfer hütte..'

‘..er komt een groep met een gids jullie tegemoet vanuit de Warnsdorfer hütte..’

In 1828 wordt een eerste poging ondernomen de Grossvenediger te beklimmen. De expeditie staat onder leiding van de broer de Oostenrijkse keizer, aartshertog Johann. Bepaald geen ‘watje’: hij beklom bijvoorbeeld in de Niedere Tauern bergen als de Hochgolling en de Ankogel.
De aartshertog heeft de gemzenjager Paul Rohregger ingehuurd als gids en hem een verkenningstocht laten maken. Met een groot gezelschap gaan ze op weg. Overnachten aan het eind van het dal in een herdershut. De volgende dag gaan ze de gletsjer op en gidst Rohregger het gezelschap rechtstreeks naar de noordwestwand. Logisch als je berg noch gebied goed kent. Maar dit is niet de makkelijkste route. De zogenaamde Lammer-ansteig wordt momenteel gewaardeerd met III+ en is lawine gevaarlijk.

Maarten op het Maurertorl

Maarten op het Maurertorl

Eenmaal aan de voet van de wand worden treden uitgehakt door Rohregger. De andere dertien volgers gaan aan het touw. Vlak onder de top vertrouwt Rohregger het niet en blaast de terugtocht. Tegelijker tijd wordt hij de troffen door een lawine, die alleen hem van de berg veegt. Gelukkig wordt hij snel gevonden en uit de sneeuw gered. Wonderbaarlijk dat ze het allemaal overleven. Voorlopig is een nieuwe toppoging niet aan de orde.
Het ‘alpinisme aan zee’-complex is als volgt te omschrijven. Met Kerst, de open haard knettert, kaarten, gidsjes en de laptop op tafel. Wat gaan we doen deze zomer? Welk gebied, welke tochten, welke toppen? Het plan klopt uiteindelijk. De moeilijkheidsgraden overzichtelijk. De tijden haalbaar. Maar in de zomer blijkt dat het allemaal minder berekenbaar is. Verse sneeuw. De bergschrund van de gletsjer die veel ingewikkelder is geworden. De route naar de hut is omgelegd.

‘Hoe lang is het naar de Kürsinger hütte over de Maurertörl?’, vragen we aan de waard van de Essen und Rostocker hütte.
‘Ruim vijf uur.’
Dat staat ook in het gidsje.
‘Is de route goed te doen?’
In de laatste Apenvereinsführer van de Venediger wordt deze aangeduid als ‘Gefährliches Gletschergelände’.
‘Prima te doen, geen problemen, er komt een groep met een gids jullie tegemoet vanuit de Warnsdorfer hütte.’
We gaan er twee keer zolang over doen.

De tocht is werkelijk schitterend. We lopen naar de Maurerkees. Gisteren liepen we hier ook richting de Westliche Simonyspitze. De gletsjer oogt steil. Helemaal bedekt met verse sneeuw. Geen spoor te zien. De sneeuw is redelijk hard. We houden de oostzijde van de gletsjer aan.
Ik loop de eerste uren voorop. Waarom voelt dat toch altijd zo zwaar? Sporen is zwaarder. Maar het zit ook tussen de oren. Je wilt een beetje het tempo er inhouden. Voelt een soort opdruk van je touwpartners. Hoe hoog zou mijn hartslag zijn? Als ik Herman vraag het laatste stuk voor te gaan – Tineke loopt altijd in het midden – valt er een last van mijn rugzak. Relaxed stap ik in de voetsporen van mijn voorgangers. Heerlijk achter aan het touw.
Negenhonderd meter stijgen vanuit de hut naar de Scharte. Jammer is dat we boven de 2800 meter in de nevel zitten. Precies onder de Maurertörl komen we de aangekondigde groep tegen. Onze sporen sluiten naadloos op elkaar aan. Op het Maurertörl (3108 meter) staat een bord ‘Kürsinger hütte – 4 Stunden’. We hebben er al vier opzitten, inclusief pauze, stijgijzers onderbinden en aan touw gaan. Hoezo vijf uur, huttenwaard? Hoezo vijf uur, Alpenvereinsführer? Zijn wij nou zo langzaam, of klopt jullie informatie niet?

Na de overgang dalen we snel af langs het spoor van de omhoog gekomen groep. Zeshonderd meter dalen over de Obersulzbach gletsjer en dan de rotsen in, om nog een keer driehonderd meter te dalen langs een lastige route naar het gelijknamige dal. Het zicht op de Grossvenediger en de Grosser Geiger is adembenemend mooi. Vorstelijke noordwanden, je waant je in de Westalpen. Vanuit het dal moeten we nog weer driehonderdvijftig meter omhoog om bij de hut te komen. Met de tong op de schoenen arriveren we en kunnen direct aan een bord spaghetti. Aan tafel vertelt een vader met een zoontje dat hij zo’n beetje met de huttentaxi naar boven is gekomen. De boffers!

Het ‘Comité ter beklimming van de Grossvenediger’ plaatst op 22 augustus 1841 in de Salzburger Zeitung een oproep om deelnemers te werven voor een nieuwe expeditie. Van 29 augustus tot 8 september moet het gaan gebeuren. Het comité staat onder aanvoering van Ignaz von Kürsinger, naamgever van de noordelijke hut aan de voet van de Venediger. Het comité is uiteraard niet van plan dezelfde route als in 1828 te volgen. De herders Schwab en Scharler krijgen opdracht verkenningstochten uit te voeren en ontdekken de huidige normaalroute vanaf de Kürsinger hütte. Over de gletsjer naar de Venediger Scharte en dan naar de top.
Er meldden zich maar liefst 39 deelnemers voor de beklimming inclusief dragers en gidsen. De beklimming blijkt technisch niet moeilijk, maar loodzwaar. Een aanslag op het uithoudingsvermogen. De zon, de zachte sneeuw en de hoogte eisen haar tol. Dertien deelnemers haken gedesillusioneerd af, maar de overigen waaronder Von Kürsinger en de inmiddels 68 jarige oude gids Paul Rohregger, bereiken 3 september glorieus de top. Terug in het dal leggen de vooraanstaande deelnemers de basis voor de oprichting in 1862 Oostenrijkse alpenvereniging.

Tineke en Maarten vlak onder de Venedigerscharte

Tineke en Maarten vlak onder de Venedigerscharte

Herman zijn iPhone wekt ons met ‘Be good’ van Gregory Porter. Oeps, 04:15 uur! Het is nog helemaal donker. Om 09:30 uur is er ook geen meter te zien op de top van de Grossvenediger. Het topkruis is bijna ondergesneeuwd. Snel naar beneden. Het oorspronkelijke plan om af te dalen naar de Neue Prager hütte laten we varen. We gaan naar het Defreggerhaus. Zuidelijk de graat af, niet westelijk afdalen. We zien niks door de mist en sneeuw. Er loopt een spoor. Iets verderop komen drie mannen omhoog. We checken of de route juist is. Ja. Later halen de mannen ons al weer in. Als we de hut binnen komen zitten ze aan het bier. De leider is Peter Klaunzer, de huttenwaard zelf. In Matrei in Osttirol heeft hij ook nog een bedrijf in de bouw, onderhoud en reparatie van materialseilbahnen. Hij zou eens met Tineke moeten praten…

Selfie Maarten, Tineke & Herman

Bronnen
End, Willi (2006). Venedigergruppe. Alpenvereinsführer für Wanderer, Bergsteiger und Kletterer. München: Bergverlag Rother.
Hattem, Mark van (1995). Alpendromen. De beklimming als ontdekkingstocht. Utrecht: Kwadraat.
Zlöbl, Georg (2007). Die Dreitausender Osttirols. Lienz-Tristach: Zlöbl Verlag.

Venediger met Hinterbichl

Venediger met Hinterbichl

Bekijk ook ‘Vijf keer de top van de Grossvenediger’.