Rond de jaarwisseling van 2011 naar 2012 zijn wij – Afien, Julia, Willem Hendrik, Wim, Jan, Ewout, Kaei en Maarten – op de Kilimanjaro in Tanzania. De hoogste berg van Afrika. De hoogste vrijstaande berg ter wereld. 5895 meter. De trekking en de beklimming naar de top was heel zwaar. Uiteindelijk stonden we op nieuwjaarsdag alle acht op de top!
“…and there, ahead, all he could see, as wide as all the world, great, high, and unbelievably white in the sun, was the square top of the Kilimanjaro. And then he knew there was where he was going.”
Ernest Hemingway, The Snows of Kilimanjaro (1944)
Wat een joekel van een berg! Adembenemend als je door de droge savannes van Tanzania rijdt en je ziet plotseling de Kilimanjaro. Met een witte kap van sneeuw en ijs verheft deze oude reuze vulkaan zich boven het landschap. De hoogste vrijstaande berg ter wereld. De hoogste berg van Afrika. Verbijstering moet hebben toegeslagen bij de twee Duitse missionarissen die deze berg in 1844 als eerste westerlingen zagen. Sneeuw? Gletsjers? Nagenoeg op de evenaar? Onmogelijk! En toch is het zo. Wat moet de oorspronkelijke bevolking, de Chagga stammen, gevoeld hebben van de nabijheid van deze berg? Gods troon? Bedekt met schatten van zilver? Ik schud heen en weer in de shuttlebus die ons naar beneden rijdt. “Dit is werkelijk fantastisch. Wat een prachtige, overweldigende berg. Daar stonden we gisteren bovenop. Yes!”, denk ik.
Je houdt er eigenlijk geen rekening mee. Maar het kan gewoon dagen kloteweer zijn op de Kilimanjaro. Dat lot treft ons. Nog met redelijk weer vertrokken, maar dan begint het tijdens de doorkruising van het regenwoud te regenen. Het houdt niet op. Alles nat. “Het regenwoud doet zijn naam eer aan”, grappen we. Alleen Willem Hendrik was zo slim een waterproof plunjezak mee te nemen. Zelfs mijn dikke slaapzak is doorweekt. Gelukkig heb ik nog een reserve bij me die droog is, maar die is eigenlijk niet warm genoeg.
Het is een chaos bij Machame gate. Hier start onze trekking. Heel veel groepen vertrekken vandaag. Tientallen, wellicht wel twee, driehonderd dragers, gidsen, koks verdringen zich met de bagage voor het checkpoint. Alle ‘loads’ worden gewogen. Alle ‘permits’ worden gecontroleerd. Het pad door het regenwoud is goed geprepareerd. In Machame camp hebben we onze eerste overnachting. Tussen de struiken van reuze heide staan overal tenten.
We vertrekken precies tijdens de jaarwisseling naar de top. Happy New Year! Diep in het dal ligt Moshi. Hier en daar schiet een vuurpijl de lucht in. Julia, onze jongste, zwaait met brandende sterretjes. Dit wordt de nacht van de waarheid. Als je zonder problemen het Barafu camp bereikt, moet het eigenlijk niet meer fout gaan. Maar het wordt zwaar. Een enorme lange sliert van lichtjes beweegt zich traag omhoog. De eerste twee uur gaan makkelijk. Als ik de hoogte peil zijn we 400 meter gestegen. 200 Meter per uur. In dit tempo doen we er 6 tot 7 uur over tot op de top.
In 1889 werd de hoogste top van de Kilimanjaro voor het eerst beklommen door de Duitser Hans Meyer en de Oostenrijker Ludwig Purtscheller, in gezelschap van de lokale gids Yohannes Lauwo. Wel moest eerst hoofdman Mandara van de lokale stammen overreed worden. De Chagga geloofden dat op de berg goden wonen die onmetelijke rijkdommen bewaren. De berg beklimmen was godslastering en zou bestraft worden met een zekere dood.
Vanuit het Machame camp loopt een breed pad langzaam maar zeker 1000 meter omhoog naar het Shira plateau. Het pad roept onwillekeurig associaties bij mij op met ‘the devil’s staircase’. Een pad tegen een steile berg langs de West Highland Way in Schotland. De Kilimanjaro bestond oorspronkelijk uit drie vulkanen. De Mawenzi in het zuiden, de Kibo in het midden en de Shira in het noorden. De Mawenzi is geërodeerd tot een rotte verstandskies van 5148 meter hoog. De Shira is helemaal verdwenen. Rest een plateau op nagenoeg 4000 meter. De Kibo zien wij nu als Kilimanjaro.
Eén lange optocht van dragers en trekkers loopt omhoog. Het regent. Ergens vaag door de wolken zien we even Mount Meru. Het kleine broertje, 4566 meter hoog, van de Kilimanjaro bij Arusha. Als je tijd genoeg hebt doe je eerst die berg om goed te acclimatiseren. Wij niet. Na een paar uur bereiken we het plateau. We maken een traverse naar het kamp. Wijdverspreid staan tientallen tenten. ’s Avonds even een moment waarin de Kilimanjaro zich laat zien. Morgen is het beter weer. We weten het zeker.
Het is helder. Wassende maan in het eerste kwartier. Een glorieuze sterrenhemel, vol onbekende beelden hier op de evenaar. Dan komen we in een snoeiharde wind terecht. Koud, extreem koud. Mijn vingers worden niet meer warm. Mijn tenen ook niet. Mijn waterfles zit vol ijs. Nu wordt het buffelen. Doorbijten. Niet meer nadenken. Mijn truc is m’n stappen tellen. 1, 2, 3, 4,… 123… 124… Dan ben ik weer vergeten hoever ik was. Ik begin opnieuw. Als ik blijf tellen vergeet ik de kou en mijn moeheid. Langzaam maar zeker komen we hoger en hoger. De lucht wordt ijler. De ademhaling zwaarder. Stap voor stap. Dit is langzamer dan pole, pole (langzaam, langzaam in het Swahili).
Niks beter weer vandaag. Het is nog veel erger! Direct de regenbroek aan. Vandaag gaan we via Lava Tower naar het Barranco camp. Gisteren had Jan een lastige dag, vandaag is het de beurt aan Kaei. Hij gaat direct door naar het kamp. Lava Tower is een markante toren op de flank van de Kili. Het pad er langs leidt tot 4600 meter. Goed voor de acclimatisatie. De afdaling van Lava Tower naar Barranco camp op 4000 meter is lastig. Links en rechts voorzichtig afklimmen. Alles is nat en glad. De paden zijn veranderd in kleine beekjes. In het kamp klaart het weer dan eindelijk op. Een geweldig zicht op de Kilimanjaro openbaart zich. We zitten echt aan de voet van de berg. Nog twee klappen en we zijn er.
Tegen 05:30 uur licht het op aan de horizon. De zonsopkomst kondigt zich aan. Dat betekent ook dat we niet ver meer van Stella point moeten zitten. Dat is het punt waarop we de kraterrand van de vulkaan bereiken. Als we daar zijn is het “appeltje eitje” naar het hoogste punt van de Kilimanjaro. Iedereen is stil. Heeft het lastig. Moet op zijn tandvlees bijten. De gidsen en high altitude porters ondersteunen ons voorbeeldig. Nu volhouden.
Droog! We zien de zon over de Breach wall heen komen. Nog even en we staan in de stralende warmte. Het is feest. Ewout is jarig. Happy birthday. Verjaardagsbutton op z’n fleecejack geprikt. De top exercitie begint. Naar het Barafu camp op 4600. Eten, paar uur slapen en dan om middernacht naar de top. Nu eerst de Breakfast wall. Zo noemen de gidsen de Breach wall waar we direct na het ontbijt door heen moeten traverseren. Hier en daar passages waar je even met handen en voeten moet klauteren. Het is hier een complete chaos. Dragers en trekkers verdringen elkaar in een lange file voor alle lastige stukken. Wat een drama. Ewout en ik fantaseren over een telecabine langs deze wand. Uiteindelijk komen we allemaal boven. Het blijft droog. Na nog een keer een flink stuk dalen en klimmen en de herhaling van deze afwisseling, bereiken we het pad naar het Barafu camp. Eten en proberen een paar uur te rusten.
Volgens het boekje om 06:00 uur op Stella point. De zon tilt zich over de horizon. Tot nu toe liepen we aan één gesloten, maar nu valt de groep uit elkaar. Afien en Jan sporen ogenschijnlijk makkelijk naar het hoogste punt. Anderen worden op sleeptouw genomen door de gidsen. De één na de ander bereikt de top. Het is er druk. Iedereen wil voor het spiksplinternieuwe topbord. UHURU PEAK. THE HIGHST POINT OF AFRIKA. 5895 METER AMSL. We maken foto’s. We omhelzen elkaar. We laten onze tranen lopen. We zijn helemaal op. We krijgen het nog kouder. We danken onze gidsen. WE HEBBEN HET GEHAALD. ALLE ACHT!
Afdalen. De één gaat het makkelijk af. Voor de ander wordt het een drama. Wim is helemaal gedesoriënteerd en zijn coördinatie kwijt. Hij wil in volle vaart naar beneden. Valt. De gidsen pakken hem op. Julia geeft hem drinken en een diamox. Ondersteund door de gidsen wordt hij naar beneden gesleept. 1000 Meter lager gaat het al weer een beetje beter en probeert hij het zelf weer. Oeps, dat had erger kunnen aflopen.
De zon brandt. De afdaling is steil. Je slipt voortdurend weg in het vulkaangeröll. Eén van de gidsen had aangeboden mijn rugzak naar beneden te dragen. Mijn eergevoel stond een overdracht niet meer in de weg. Maar nu mis ik mijn zonnebrandcrème en verbranden m’n neus en oren. Na drie uur zijn we terug in het kamp. Heerlijk frisse limonade. Direct de tent in en proberen wat te slapen.
In 1886 is er in Berlijn een conferentie van Europese landen om onderling de grenzen van hun Afrikaanse koloniën vast te stellen. Als je nu de kaart van Afrika bekijkt, kun je nog zien dat ze een liniaal gebruikt hebben. Keizer Wilhelm I staat er op dat de Kilimanjaro Duits grondgebied wordt, omdat deze ‘ontdekt’ was door Duitsers. Het verhaal gaat dat koningin Victoria haar neef, de latere keizer Wilhelm II, de Kilimanjaro op zijn verjaardag in 1886 cadeau heeft gedaan. De Britten hebben toch al de Mount Kenia, waarop ook gletsjers en sneeuw liggen. Na de Eerste Wereldoorlog komt Tanzania en dus de Kilimanjaro weer in Britse handen. In 1961 wordt Tanzania onafhankelijk. Het hoogste punt op de Kibo, dat tot dan toe Kaiser Wilhelm spitze had geheten, krijgt een nieuwe naam: de Uhuru peak (‘uhuru’ is Swahili voor vrijheid).
Ja, nu moeten we nog vier uur dalen naar het Mweka camp op 3000 meter. Dat valt niet mee. Sinds middennacht zijn we immers al zo’n tien uur in touw. Afdalen, afdalen en nog eens afdalen. Een ware aanslag op de bovenbeenspieren en kniegewrichten. Eén keer worden we ingehaald door zes dragers en een soort brancard op een bromfietswiel met vering. Erop een dikke Koreaan in een halve coma. Meerdere trekkers worden de berg ‘afgedragen’. De hoogte eist zijn tol. We zagen het in onze groep. Maar zelfs op deze hoogte halen we helemaal uitgewoonde trekkers in. Doodmoe bereiken we in kleine groepjes het kamp. Onze dragers hebben de tenten al weer voor de laatste keer opgezet. Zij vierden lekker ‘oud & nieuw’ en konden uitslapen….
Na het ontbijt nemen we afscheid. De obligate foto’s van alle dragers, gidsen en onze groep. De ‘tipping’. De dragers en gidsen maken er nog even een feestje van. Zingen, dansen. En dan ingerukt mars. Naar Mweka gate. We worden overvallen door een horde verkopers van T-shirts, armbanden, hoeden en andere souvenirs. “I give you good price, my friend”. Uitchecken. Diploma in ontvangst nemen. Lunchen. Bier. Het is afgelopen. Moe maar voldaan. Het was heel bijzonder deze top start van het nieuwe jaar. We verlangen ondertussen naar een warme douche en een lekker zwembad.
Bekijk de video-impressie van deze expeditie.
In 2001 stond ik ook op de top van de Kilimanjaro. Lees ook dit verhaal.
© Foto’s Jan van Ommen – Klarenbeek.