We zijn terug van onze trektocht om de Manaslu. Deze berg is één van de hoogste van de Himalaya. We waren 18 dagen onderweg, 11 dagen klimmen en 5 dalen. Het hoogste punt dat we bereikten was de Larkya La op 5145 meter.
We reizen naar het plaatsje Arughat Bazar (620 m.). Hier start de Manaslu trekking. Met een local bus, afgeladen vol en beladen met bouwmateriaal. Een regelrechte “uitdaging”. Als we de “snelweg” afgaan, de onverharde weg op, met modder, kuilen en gevaarlijke bochten wordt het spannend. Deze bustoer is de ergste uit onze reiscarrière.
“I felt I could go on like this for ever, that life had little better to offer than to march day after day in an unknown country to an unattainable goal.”
Major H.W. “Bill” Tilman (1898-1977) – Engels bergbeklimmer Himalaya
We gaan vandaag omhoog langs de snelstromende Burhi Gandaki rivier. De komende dagen is deze stroomopwaarts ons loopkompas. Het is een mooi dal: langs rijstveldjes en door een machtige kloof. De eerste dagen zijn tropisch warm. Een brandende zon in onze nek.
Naar Khorlabesi (970 m). We sjouwen op en af. “Nepali flat” noemen ze dat, veel klimmen en dan weer dalen. Kleine dorpjes. Hier en daar een theehuis, met een grote emmer frisdrank en bier. Op de campsite gaan we in de rivier ons wassen. Even alle vuil en zweet afspoelen. Dertig meter hoger is een hangbrug, waarop steeds meer kinderen zich verzamelen om onze blote billen te aanschouwen…
Een korte dag naar Philim (1590 m). Leuk dorpje. Voor het middaguur slaan we onze tent op. Twee dragers wassen ons vuile goed. Vandaag zien we voor het eerst ook de besneeuwde toppen van de Himalaya. We passeren veel karavanen met zwaar bepakte muilezels die het dal verderop bevoorraden. Wij zijn ondertussen op weg in een kleine optocht van één vrouw en tien mannen. Onze gids Keshab, de kok Krishna, zeven dragers en wij tweeën dus.
We gaan vandaag nog verder naar het noorden. Boeddhistische invloeden worden zichtbaarder. De mensen zien er Tibetaans uit. En hoe vuiler, hoe mooier lijkt het devies. De rotswanden worden hoger en we klimmen ver boven de rivier. In Deng (1860 m.) worden twee kippen gekocht en direct geslacht. Heerlijk gegeten.
Vandaag wijzigt onze koers. We liepen steeds noordelijk. Nu buigt de route naar westelijke richting. Het programma is elke dag ongeveer hetzelfde. Om 6 uur wordt de ochtendthee bij onze tent gebracht. Om 6.30 uur ontbijt. We vertrekken om 7.15 uur. We lopen maximaal tot 16.00 uur afhankelijk van de dagroute. We stoppen regelmatig om uit te rusten. Om 11.30 uur lunch. Er wordt uitgebreid voor ons gekookt. Na 1½ uur vertrekken we weer. Er zijn ook dagen waarop we alleen ’s ochtends lopen. Onze tent wordt keurig opgezet. Er is een potje thee na aankomst. Rond 18.30 uur dineren we uitgebreid. Rond 20.30 uur kruipen we de slaapzak weer in.
We gaan nu langzaam maar zeker hoogte maken. Vandaag een korte etappe naar Lho (3250 m.). Bijzonder is dat we voor het eerst de Manaslu zien. Wat een kolos. We staan op 3000 meter en de top strekt zich meer dan 5000 meter boven ons uit. Overal zien we schitterende gletsjers en besneeuwde toppen. Een prachtige dag. Tibetaanse dorpjes. Wapperende gebedsvlaggen, witbeschilderde huizen, mani-muren, stupa’s en stenen met ingegraveerde mantra’s.
We lopen nu korte etappes om goed te acclimatiseren. Vandaag naar het dorpje Samagon (3390 m.) aan de voet van het basiskamp van de Manaslu. We bezoeken een, geloof het of niet, vandaag in gebruik genomen basisschool. De directeur is zo trots als een pauw. De nog levende Japanse leden van de succesvolle klimexpeditie naar de top in 1956, hebben dit mogelijk gemaakt. Boven Samagaon ligt een oud klooster. Als we aankomen is er een ceremonie gaande. Kijk daar klim je nu voor naar zo’n klooster. Schoenen uit en de tempel in. Er worden mantra’s gereciteerd onder begeleiding van trommelslagen, bellen, schellen en blaasinstrumenten. Intiem en sfeervol.
De rustdag die gepland stond hebben we een dag verschoven. We gaan eerst nog een etappe hoger naar Samdo (3850 m.). Nog geschikter om te wennen aan de hoogte. In het dorpje wordt hard gewerkt om aardappels te poten. De grond wordt geploegd met een span yaks en moeders loopt er achteraan om aardappels in de grond te stoppen.
Vanmorgen uitgeslapen. We beginnen ook te begrijpen waarom de Tibetanen zo vuil zijn. We worden het langzaam maar zeker zelf ook. De wind, het stof, er is gewoon niet tegen op te wassen. Het vuil zit in de plooien van onze huid en in onze oren. ‘s Middags Koninginnedag gevierd met onze crew. We hebben een spelletjescircuit uit gezet, met “thee brengen”, “bagage verplaatsen”, “een intelligentie test” met een paar vragen (hoe heet onze Koningin?) en ten slotte zaklopen in onze plunjebaal. De winnaar ontvangt een setje Delfts blauwe klompjes.
We gaan naar het hoogste kamp, Larkya Phedi (4450 m.). Wat een bende is het hier. Er is een soort hut, maar het is er te vies om op de grond te zitten. Ik ruim her en der wat op, maar er is geen beginnen aan.
Om 3.15 uur worden we gewekt. Jawel hoor, uitgerekend nu we de hoogste pas over moeten, zit alles dicht en sneeuwt het!! Daar gaan we dan om 4.45 uur. Het is nog donker. Met lampjes op ons hoofd. Later wordt het licht. Geen zicht op de prachtige toppen die de gidsjes voorspellen. De mooie bergmeertjes liggen er bevroren en besneeuwd bij. Stap voor stap gaan we omhoog. Buiten adem zo nu en dan. Afien heeft het op het laatst een beetje moeilijk, maar na drieënhalf uur zijn we eindelijk op de col. Volgens mijn GPS 5145 meter en met een luchtdruk van 548 millibar. Bijna de helft vergeleken met zeeniveau. Vandaar het happen naar zuurstof.
We maken snel de verplichte foto’s en beginnen met de afdaling. Het is een grote ellende om in de sneeuw hier af te dalen over de lange morenerug. Na ongeveer twee uur komen we uit de sneeuw op ongeveer 4500 meter. ’s Avonds maar liefst 8 flessen local bier. Gezellig gedronken en gezongen. Ook voor onze porters en gids is het een opluchting dat we over de “grote” pas gekomen zijn.
Door een schitterende kloof volgen we de eerst de Dudh Khola rivier en later de Marsyangdi Khola rivier. Vandaag komt ons pad samen met dat van de veel bekendere Annapurna-route. We zouden in Tal slapen, maar lopen verder naar Chyamje (1430 m.), waar geen camping is (hiep hoi, we gaan in een guesthouse slapen op een gewoon bed, met een douche, koud weliswaar, maar de eerste na 14 dagen!!!! Yes).
De op één na laatste dag van onze trekking lopen we ontspannen uit. Het is hier weer groen. Overal wordt maïs of rijst verbouwd. Het is weer drukkend warm. We passeren vrouwen met enorme lasten van groene takken en gras. Voedsel voor de koeien naast huis. Onverwacht is er een steile klim naar Bahundanda, een dorpje dat boven op een heuvel ligt met mooi uitzicht.
Vandaag lopen we naar Besisahar (823 m.) en nemen onze intrek in een basic hotel. Besisahar is een vrij groot dorp langs een asfaltweg. Er is veel gedoe in Nepal. De Maoïstische partij heeft een nationale staking uitgeroepen en het openbare leven licht helemaal plat. Gevolg: er rijden geen bussen en er zijn wegblokkades. Onze gids is helemaal gestresst, want hoe krijgt hij ons in Kathmandu. We zullen zien.
Bekijk hier een video-impressie van deze trekking
We schreven over deze tocht ook een meer gedetailleerd dagboek.