Vijf dagen trekken door de Elzas. Langs wijngaarden en kastelen. 82 kilometer en 2650 meter omhoog. Prachtige oude stadjes. Heerlijk eten. Vakantie met Afien. Wat wil je nog meer? Naar Kandersteg in het Berner Oberland voor een stevige huttentocht.
Als wij naar Zwitserland rijden, gaan we meestal via Frankrijk langs Strasbourg en Colmar, om de volgepropte Duitse A5 te vermijden. Aan de westkant van de snelweg liggen de heuvels van de Vogezen. Met mysterieuze kastelen uitstekend boven de beboste hellingen. Valleien met historische ommuurde wijnstadjes zoals Riquewihr en Ribeauvillé. Vakwerkhuizen, versierd met houtsnijwerk. En overal uitgestrekte glooiende wijngaarden. Al lang hadden we het plan hier eens een tocht van een paar dagen te maken.
“Niemand beseft hoe mooi het is om te reizen tot hij thuiskomt en zijn hoofd neervlijt op zijn oude, vertrouwde kussen.”
Lin Yutang, Chinees schrijver 1895-1976
De eerste dag gaan we van Turckheim over Kayserberg naar het pittoreske Riquewihr. Dit is wel het mooiste en tevens ook drukste en toeristische stadje van de Elzas. Dag 2 lopen we via het wijnstadje Ribeauvillé en de drie geruïneerde kastelen van Ribeaupierre naar Thannenkirch. Als het begint te regenen komen we aan in ons hotel met sauna.
De volgende dag naar het nagenoeg gerenoveerde kasteel Haut Koenigsbourg, dat zich koninklijk verheft vanaf de één van de hoge toppen (800 meter) van de Vogezen. Flinke tippel om er te komen. Via Kintzheim naar Châtenois. Op dag 4 wandelen we langs de ruïne van kasteel Ortembourg over Neuen Matten naar Andlau.
Alweer de laatste dag gaan we naar het klooster Mont Sainte Odile. Vanaf de berg waarop het klooster ligt gaan we over het pelgrimspad naar Santiago de Compostella richting Obernai. Vijf dagen trekken door de Elzas. Langs wijngaarden en kastelen. 82 kilometer en 2650 meter omhoog. Prachtige oude stadjes. Heerlijk eten. Vakantie met Afien. Wat wil je nog meer?
We rijden naar Kandersteg in het Zwitserse Berner Oberland. Hier maken we onder meer een pittige huttentocht. Op de eerste dag gaan we met de kabelbaan omhoog naar de Oeschinensee. Een panoramisch meer aan de voet van enkele besneeuwde bergreuzen. Vandaag zitten we in dikke mist, maar we waren hier twee dagen geleden ook al met prachtig weer.
We lopen naar Oberbärgli met karakteristieke almhutjes en belanden bij twee vrouwen die kaas aan het maken zijn. Flink stuk gekocht, heerlijk. Dan gaan we door naar de Blümlisalphütte op 2834 meter hoog. Het is gezellig in de hut en we eten met twee klimmende Zwitserse onderwijzers.
Het weer is vandaag veel beter. We maken de oversteek naar de Gspaltenhornhütte (2455 meter). Interessant is de Gamchigletsjer waar we overheen gaan op ongeveer 2000 meter. Over een met heel veel puin en gruis bedekte ijsmassa. In het midden een imposante kloof met een brullende waterstroom. Enorme ijsbruggen door het van onderaf smelten van de gletsjer.
Lekker geslapen op een muf en vochtig lager in de honderdjarige hut. Na het ontbijt dalen we af naar Griesalp (1400 meter). Vanaf hier met de postbus het verassend mooie Kiental uitgereden.
Vanwege het slechte weer in Zwitserland uitgeweken naar Les Bosson aan de voet van de gelijknamige gletsjer die van de Mont Blanc afstroomt. Het weer is hier overigens niet veel beter. We maken nog wel twee mooie tochten. Eén naar de refuge la Ferme du Tornieux. Een prachtige antieke almhut uit 1892. De ander naar refuge du Lac Blanc (2352 meter). Met de stoeltjeslift naar de Index en vandaar door de Aiguilles Rouges met steenbokken op het pad naar de hut. Terug in de stromende regen.