Dit jaar besloten we op vakantie te gaan naar Noorwegen en niet naar de Alpen zoals we bijna altijd doen. Voor wandelaars en bergsporters is Noorwegen een werkelijk schitterend land, wat een ruimte en wat een rust en wat een variatie. Een paar impressies en foto’s.
De tocht naar de Kjerag, een granieten rotsblok dat verklemd in een kloof 1000 meter boven het Lysefjord hangt, is uiteraard een toeristische must. Niet bang zijn, gewoon er op stappen… Mooie tocht overigens, 2 uur omhoog en 2 uur dalen, met mooie uitzichten op het smalle fjord.
We zijn onze vakantie, na wat inlopen, begonnen met een vierdaagse huttentocht over de Hardangervidda. Een werkelijk fascinerende hoogvlakte van 8000 km² op ongeveer 1000 meter grenzend aan het Hardangerfjord. Stenen, heuvels, meren, sneeuw, één grote weidse vlakte.
We gingen de eerste dag van Haugastøl naar Halne, 18 kilometer en ongeveer 5½ uur (exclusief rust e.d.) lopen. Langs prachtige meren. Eerste kennismaking ook met de modderzones, springend en balancerend over stenen en rotsblokken kom je er meestal wel overheen.
De volgende dag gingen we met een kleine veerboot over het Halnefjord naar Sleipa, ongeveer 45 minuten varen. Vandaar zijn we naar de Heinsetter hut gelopen en vervolgens naar de Tuva hut. Alles bij elkaar 16 kilometer in ongeveer 4½ uur. De Tuva hut was vol, maar geen probleem, we konden op een matras slapen op zolder.
Op dag drie liepen we naar de Kraekkja hut, 22 kilometer in 5 uur. Ook weer genoten van de prachtige uitzichten en de volstrekte rust. De Kraekkja is de oudste hut van Den Norske Turistforening, de Noorse bergsportvereniging. De hut wordt over het water bevoorraad.
Op de vierde dag weer retour naar Haugastøl. De paden zijn lastig, vol stenen, met soms moerassige passages, geen stap is gelijk en je moet de hele dag geconcentreerd lopen.
Na de Vidda zijn we naar Jotunheimen gegaan. Dit is een gebied dat meer aan de Alpen doet denken. Steile bergtoppen, gletsjers, bergmeren, mooie graten, sneeuw en heel veel rendieren. We deden een paar klassiekers.
De Besseggengraat is de tophit onder de tochten in Jotunheimen. Een prachtige toer van 13 kilometer, 6 uur, 930 meter stijgen en dalen. De eigenlijke graat geeft zicht op twee meren, het Gjendemeer en Bessvatnet, het ene groen van kleur en het andere donker. We sliepen in Memurubu en gingen de volgende dag met de veerboot weer terug.
We gingen naar de top van de Glittertind. Deze is met 2464 meter de op één na hoogste top van Noorwegen. Vroeger was het de hoogste, maar de ijskap boven op de top is een paar meter gesmolten en daarom is de Glittertind nu nummer twee. Dit was een meer alpinistische tocht. We hadden onze stijgijzers nodig voor het laatste gedeelte over het ijs en het was koud en mistig. We overnachten voor de beklimming in de Glitterheim hut.
Onvermijdelijk was uiteraard ook de tocht naar de Preikestolen. Een hoog uitstekend uitzichtplateau van graniet boven het Lysefjord, 2 uur omhoog lopen. Op de preekstoel heb je een adembenemend uitzicht op het 600 meter lager gelegen fjord. Wel heel druk, maar moet je gewoon gedaan hebben.